Blog “Poliklinische revalidatie verdient meer aandacht!”

Ik breng de laatste patiënt van vandaag naar de receptie van onze polikliniek. Alle patiënten gezien. Maandag is mijn ‘SAB-dag’. We zien op deze multidisciplinaire poli van de neurologie, neuropsychologie en revalidatiegeneeskunde, patiënten terug die met een Sub Arachnoïdale Bloeding (hersenbloeding) in ons ziekenhuis opgenomen zijn geweest. Grote variëteit aan problemen. Vandaag zag ik een 65-jarige vrouw die heel goed hersteld was. Ze was zeer matig belastbaar toen ze werd overgeplaatst naar een GRZ-instelling. Nu was ze al ADL-zelfstandig en kon volgende week naar huis worden ontslagen. Ze had nog wel cognitieve klachten en bij neuropsychologische onderzoek zagen we stoornissen in het geheugen en een tekort in tempo van informatieverwerking. Patiënte stelde veel vragen: ‘hoe ze haar vrijwilligerswerk als overblijfoma op een lagere school weer kon oppakken’ en ‘wanneer ze weer met tennissen kon beginnen’.

Ik zoek contact met de specialist ouderengeneeskunde van deze mevrouw en vraag waar de revalidatie, na het ontslag uit de instelling, wordt voortgezet. Deze patiënte lijkt me zeer geschikt voor poliklinische revalidatie (MSR). Het kost me enige moeite om de collega te overtuigen dat verdere revalidatie nodig is. Zij vond dat mevrouw tenslotte toch ADL-zelfstandig was geworden. Wat gingen we dan nu nog inzetten?

Uit ons gesprek kreeg ik het idee dat geriatrische revalidatie (GRZ) zich beperkt tot het ontslagniveau. In de MSR bestaat de mogelijkheid om via DBC een poliklinisch traject te starten. Dat zou dus ook prima kunnen voor een deel van de patiënten na een klinisch GRZ-traject. Is de specialist ouderengeneeskunde voldoende in gesprek met de revalidatiearts hierover?

Revalidatie richt zich op de gevolgen van een aandoening voor de patiënt en naasten. Hoe kan een patiënt met zijn aandoening zo zelfstandig mogelijk wonen, onderwijs volgen, aan het werk gaan en deelnemen aan het sociale leven. Dit zijn poliklinische doelen. Voorwaarde is dat patiënt (deels) zelfredzaam is. De klinische fase van het revalidatieproces is vaak gericht op zelfstandig worden in wassen, kleden, toiletgang en lopen. Hele belangrijke voorwaarden om weer thuis te kunnen gaan wonen, al of niet met hulp.

Maar de echte revalidatiedoelen, doelen gericht op ‘meedoen’ aan onze maatschappij komen pas als patiënt weer thuis woont. Het lukt me gelukkig toch om mijn collega te motiveren om deze patiënte over te dragen aan een poliklinisch (MSR) revalidatieteam met ervaring in de cognitieve revalidatie.

Er zijn schotten in de zorg helaas. Laten we meer samenwerken en optrekken ook in de poliklinische zorg. De poliklinische revalidatie verdient veel meer aandacht. We stoppen veel effort en geld in het revalidatieproces in de klinische fase, zowel MSR als GRZ, maar we moeten mankracht en geld over houden voor daarna. ADL-zelfstandig worden is stap 1 maar weer overblijfoma kunnen zijn. Dat zijn de echte doelen om ‘weer mee te kunnen doen’.

22 december 2017

Prof. dr. Anne Visser-Meily, revalidatiearts & hoogleraar revalidatiegeneeskunde in het Universitair Medisch Centrum Utrecht